Woodland Garden Traas
Schapendrift 63 1261 HM Blaricum
Helaas is het door omstandigheden niet meer mogelijk om een afspraak te maken voor deze tuin.
Voor vragen kunt u terecht bij de Ned. Rhododendron Vereniging: info@rhodovereniging.nl
Informatie
Deze tuin is een kleine Engelse Woodland Garden {klein omdat het in Engeland gewoonlijk echte landschapstuinen zijn].
Een typische woodland garden bestaat wat de vorm betreft uit 3 lagen: [1] de bomen die het dak vormen, [2] de heesters en struiken die het middendeel vullen en [3] de bollen en laaggroeiende planten die de bodem bedekken.
In mijn tuin zijn de bomen voornamelijk hooggroeiende coniferen, hoewel ook de loofbomen niet ontbreken; er staan in de achtertuin twee monumentale beuken en twee tamme kastanjes en in de voortuin twee grote eiken en idem accasia's. En dan is er nog een ongeveer 13 meter hoge beukenhaag (de op een na hoogste van Europa, de hoogste -twee maal zo hoog- staat in Schotland).
De coniferen zijn voor het merendeel minder vaak voorkomende soorten. Zo zijn alle drie de sequoia-soorten aanwezig: de bergsequoia de kustsequoia en de metsequoia glyptostroboides, plus van elk nog een speciale selectie resp. de Glaucum, de Fioil en de Gold Rush. De sequoia's zijn ook bekend als de Redwoods uit Californie. Andere coniferen zijn afkomstig uit China, Mexico, Japan ,U.S.A., Chili, de Hymalaya's, de Kaukasus en Sachalin.
Heesters en struiken vormen het belangrijkste bestanddeel van de tuin. Voorop staat de collectie van ruim 600 verschillende rhododendron soorten, waarvan ruim de helft wilde soorten zijn. De collectie beoogt een representatief beeld te geven van de diversiteit binnen de rhododendrons en de azalea's (want deze laatsten behoren botanisch ook tot de rhododenderonfamilie).
Schapendrift 63
1261 HM Blaricum
Diversiteit is er op het gebied van planttypes, bladvormen, bladkleuren, bloeiwijzen en bloeitijden. Binnen de collectie is er een kleine specialisatie in de "Big Leaf Rhododendrons". Deze grootbladigen komen in Nederlandse tuinen weinig voor omdat het in ons klimaat zorgenkinderen zijn. Ze groeien in het algemeen in het zuidelijke deel van de Hymalya (Zuid China, Noord Vietnam, Noord India) waar in de zomer -de bloeitijd - de moesson welhaast dagelijks regenbuien brengt en het in de winter relatief droog is. Wij hebben het omgekeerde. Dit betekent dat er 's zomers veel gesproeid moet worden. Maar de bij de moesson horende hoge luchtvochtigheid kunnen wij helaas niet geven.
Vele grootbladigen zijn bovendien ook gevoelig voor (nacht)vorst.
Naast de wilde soorten zijn er de hybriden (de kruisingen gemaakt door kwekers).Daarvan zijn er ook vele in de tuin aanwezig. Spectaculaire voorbeelden daarvan zijn de Loderi- en Rotschild-hybryden uit Engeland en de kruisingen gemaakt door Hafdan Lem, Frank Fujioka en Jim Barlup uit de USA. Ook Nederlandse kruisingen zijn aanwezig bijv. van Marinus Koster.
Er is ook nog een kleine verzameling van 40 camelia-soorten in de tuin aanwezig. Voornamelijk zijn dit Camelia Japonica's, maar er zijn ook twee Higo's bij. Dit zijn de groter groeiende camelia's van de Japanse Samoerai, de zwaardvechters van de Japanse keizer.
De bodembedekkers maken de woodland garden compleet. Zij sluiten bij de heesters en struiken aan omdat het ook voorjaarsbloeiers zijn namelijk bolgewassen en crocussen en randbeplantingen van blue bells langs de paden. Bovendien zijn er overal varens te vinden.
Voor wie er oog voor heeft valt er in het voorjaar en in de zomer in de tuin dus veel te zien en in het najaar en de winter valt het ook nog wel mee.